Deze week volgde het droevige bericht dat de baas van Nintendo, Satoru Iwata, is overleden. Misschien ken je Iwata van die grappige Nintendo Direct uitzendingen. Iwata was de eerste directeur die geen lid was van de Japanse familie Yamauchi, die Nintendo heeft opgericht. Hij was onder andere verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de DS-lijn en de Wii.
Dit bericht roept jeugdsentiment op. Mijn allereerste video game speelde ik op de Super Nintendo (SNES) en het spelletje was – hoe kan het ook anders – een Super Mario game. Toen ik hiermee begon, twintig jaar geleden, was ik een jochie van dertien jaar. Overdag ging ik naar de middelbare school en ’s avonds speelde ik games. Zo heerlijk simpel was het leven toen. Waar ik mij altijd over heb verbaasd – ook als jonge scholier – was dat school alleen maar ging over stampen voor een proefwerk, terwijl dit eigenlijk ongelooflijk saai was in tegenstelling tot het spelen van games. School en games waren twee strikt van elkaar gescheiden werelden. En dat had in die tijd niet helemaal zo hoeven zijn, denk ik…
…Als mijn leraar Aardrijkskunde Sim City voor de SNES de klas in had weten te halen, dan was hij voor altijd mijn held geweest.
Maar helaas, deze kans bleef onbenut. Omdat ik al vroeg wist, dat ik later voor de klas wilde staan, was dit wél een enorme prikkel voor mijn latere carrière in het onderwijs.
Twintig jaar verder. Technologie wordt inmiddels veel meer omarmd door het onderwijs. Apps en games komen vaker het klaslokaal binnen en zeker niet alleen als vullertje van de les. Docenten en met name jonge docenten zijn erg enthousiast over de mogelijkheden. Ze proberen uit, doen succeservaringen op en proberen andere collega’s warm te maken. Dat stemt hoopvol! Het is ook nodig om creatief met het aanbieden van leerinhoud om te gaan. De generatie van nu leeft in een ander media paradigma dan mijn generatie (de jaren ’80 van de vorige eeuw) en de generaties daarvoor. Ook Nintendo heeft dit inmiddels moeten erkennen. Zij gaan (voorzichtig) uitbreiden naar het mobiele platform.
Willen leerkrachten en docenten jongeren blijven motiveren, dan zullen ze zich aan de doelgroep moeten aanpassen. Net als Nintendo. Het onderwijs hoeft van mij echter géén video game te worden. Waar het om gaat zijn een beetje meer afwisseling in werkvormen en aanmoediging van het leerproces in de vorm van gamification. Beide zaken verdienen prioriteit in de professionele dialoog tussen collega’s in (school)organisaties. Durf jij als ambassadeur van gamification te laten zien hoe mooi deze didactische tool kan zijn?
Om met een aangepaste quote van Iwata te eindigen: “Op mijn visitekaartje staat weliswaar ‘docent’, in mijn hoofd ben ik een ontwikkelaar, maar in mijn hart een gamer.”