Niet elke leerling streeft naar hetzelfde tijdens het spelen van een game. Hoe kun je als docent hier op inspelen bij het bedenken van een spelconcept?
Er zijn verschillende modellen in de literatuur te vinden over spelertypes. Een van de bekendste is het model van Bartle (1996), waarin spelers getypeerd worden als Killers, Achievers, Socializers en Explorers. Hoewel dit model vaak wordt aangehaald, is het niet mijn favoriet, omdat de context video gamers betreft en er geen expliciete link naar het leren op school gemaakt wordt.
Dit laatste is wel het geval in het player type model van Heeter en collega’s (2011). In dit model worden ook vier verschillende spelers onderscheiden: Super Achievers, Performance only spelers, Mastery only spelers en Non-Achievers. Elke type speler heeft zijn eigen speldoel waar je als docent rekening mee kunt houden.
Ongeveer 40% van een populatie* bestaat uit Super Achievers. De naam zegt het al, dit zijn spelers die alle badges, levels etc. willen halen en dus voor de volle winst gaan. Om deze groep te bedienen is het verstandig om ruim voldoende uitdagende doelen in het spelconcept aan te bieden. Ook doelen die niet voor iedereen haalbaar zijn, want daar kan de Super Achiever zichzelf onderscheiden van andere spelers.
Ongeveer 15% bestaat uit Performance only spelers. In een klas met bijvoorbeeld alleen maar jongens zal dit percentage wat hoger liggen. Dit type speler doet mee aan een game om aan anderen te kunnen laten zien hoe goed-ie is. Highscores en leaderboards prikkelen de Performance only speler om te presteren. Dit geldt natuurlijk ook voor verschillende vormen van competitie.
Ook ongeveer 15% bestaat uit Mastery only spelers. Dit zijn leerlingen die intrinsiek gemotiveerd zijn. Het spelconcept, het thema en/of de leerinhoud zijn al een beloning op zich. Een Mastery only speler wil graag ergens beter worden – puur voor zichzelf – en groei, competentie ervaren. Met behulp van een voortgangssysteem van badges en levels kun je deze ervaring proberen te scheppen. Leg niet te veel nadruk op het leaderboard. Dit type speler vindt dat irritant.
Tot slot is er nog een redelijk groot groepje Non-Achievers (30%). Dit type speler heeft in principe weinig met het spelen van games. Je kunt ze moeilijk bereiken, enthousiast krijgen. Toch hebben ze zeer waarschijnlijk wel een reden om mee te doen. Lazzaro (2004) noemt behoefte aan sociale interactie als mogelijk enige reden. Bied Non-Achievers een spel waarin ze veel contact met andere spelers hebben, leuke dingen kunnen doen, dan spelen ze lekker mee.
*De genoemde percentages kunnen per klas verschillen. Over het algemeen mag je er wel van uitgaan dat alle vier type spelers in een groep vertegenwoordigd zijn.