In zijn blog ‘Gamification op de basisschool‘ stipt ambassadeur Maarten Stevens een gevoelig onderwerp aan, namelijk de verandering van blijdschap om te leren in dagelijkse sleur bij ouder wordende kinderen op school. Onlangs faciliteerde de onderwijsinspectie een ‘motivatiedialoog’ om met leerlingen en docenten te praten over hoe het beter zou kunnen. Kunnen we qua onderwijsinnovatie naar het volgende level?
Twee observaties, één kritische vraag
Maarten merkt het aan zijn dochter: “Met plezier zie ik hoe mijn kinderen (van 7 en 9 jaar) naar school gaan. Maar bij mijn dochter van 9 merk ik dat die blijdschap steeds meer plaats maakt voor sleur.” Zelf heb ik een half jaar geleden op Netflix een documentaire gezien, getiteld American Promise, over twee zwarte jongens die vanaf hun kleuterperiode tot aan hun volwassenheid door filmmakers zijn gevolgd. Het was een ontluisterende documentaire, een echte eye-opener voor mij. Waar op de kleuterschool nog volop interactief werd geleerd en gespeeld, maakte dit in de hogere groepen abrupt plaats voor de hele dag zitten aan een schooltafeltje, lezen uit schoolboeken, sommetjes noteren in een schrift en na schooltijd nog urenlang huiswerk maken thuis. Mijn observatie: het verschilde weinig van hoe we het in Nederland aanpakken. De twee jongens waren op hun tiende zichtbaar gedemotiveerd en murw geslagen door (lage) cijfers, huiswerk etc. Ze hadden het helemaal gehad met school en leren. Dat zij toch doorgingen, kwam door druk van hun ouders. Maar wacht even… is dit de manier waarop wij kinderen überhaupt willen laten leren?
Een leven lang leren, als je op je negende of tiende jaar eigenlijk al geen zin meer hebt?
Motivatiedialoog: problemen en oplossingen
De Onderwijsinspectie heeft een conferentie georganiseerd om grip te krijgen op de in het eigen Onderwijsverslag (2012-2013) geconstateerde motivatieproblematiek in het (voortgezet) onderwijs: Eén op de vijf scholieren verveelt zich tijdens de les. Scholen en docenten staan al een tijdje onder druk. Er moet meer worden getoetst, een hoger slagingspercentage worden behaald en het verplichte aantal uren worden gemaakt. Daarnaast brengen de invoering van het Passend Onderwijs, veranderende kwalificatiestructuren en inspectiebezoeken extra werk met zich mee. Serieuze zaken die de aandacht kunnen afleiden van waar het in de klas eigenlijk om gaat: het leren van de leerling en daarmee ook het aanjagen en opgang houden van een krachtige motor van leren, motivatie. De uitkomsten van de motivatiedialoog leverde deze oplossingen op: docenten beter toerusten op hun taken, meer leren in de praktijk, meer luisteren naar ideeën van leerlingen, het afschaffen van de urennorm, meer nadruk op groei en ontwikkeling leggen en minder op cijfers, beter voorbereiden op beroepskeuze, de samenleving en werken, meer differentiatie toepassen in leerprocessen.
Het gaat om high trust
Wat ik in al deze oplossingen sterk terugzie is de roep om meer vertrouwen. Meer vertrouwen in scholen en docenten, door de urennorm af te schaffen (en waarom eigenlijk ook niet het excessief toetsen?) en vooral docenten zich in staat te stellen om leerprocessen in de klas te faciliteren. Ook meer vertrouwen in leerlingen, dat zij best mee na kunnen denken hoe het leren in de klas beter zou kunnen.
High trust is ook van toepassing op gamification. Als je investeert door in te spelen op de beleveniswereld van kinderen, hen ruimte geeft om zelf dingen te ontdekken, fouten te laten maken en ervan te laten leren, dan doe je dit vanuit een vertrouwen dat zij zullen leren en datgene waar het om gaat. Hoe dan ook. Alleen maar kennis stampen en toetsen – wat de twee jongetjes in American Promise en de kids van Maarten op school ondergaan – is niet alleen inmiddels achterhaald door de kennisovervloed op internet, maar ook in feite een didactiek gebaseerd op low trust. Daarmee geven wij als onderwijsprofessionals zelf het slechte voorbeeld.
Kunnen we qua onderwijsinnovatie naar het volgende level? Alleen als we zorgen voor meer vertrouwen. Dat betekent ook vertrouwen hebben in nieuwe aanpakken om te leren. Dat vind ik de belangrijkste aanvulling op deze motivatiedialoog!