Installatietechniek is een onderdeel van het vak Techniek op het vmbo. Leerlingen van SG Were Di uit Valkenswaard hebben een langlopende game gespeeld, waarbij ze in de derde klas met dit onderdeel in aanraking kwamen. Zeker niet alle techniekleerlingen willen verder in dit specifieke vakgebied, maar moeten het wel volgen.
De Ring van de Draak is een hybride spelconcept dat ongeveer 25 lessen Installatietechniek beslaat. Leerlingen worden in teams aan het werk gezet met het bouwen van een echt spiraalspel (Dokter Bibber in het groot). Onderdelen en tips moeten ze onderweg kopen. Punten kunnen ze verdienen door opdrachten te maken en in te leveren. Er wordt een leaderboard bijgehouden door de docent. Wanneer de spiralen zijn gebouwd, wordt er een korte competitie gehouden tussen de teams. De spiralen worden dus gebruikt om de finale van De Ring van de Draak te spelen.
Alexander heeft praktijkonderzoek uitgevoerd naar het effect van zijn spelconcept op de intrinsieke motivatie van leerlingen. Daarbij werkte hij met drie experimentele groepen, zonder controlegroep. In een pre-test post-test design werd een aangepaste versie van de Intrinsic Motivation Inventory (IMI) afgenomen. De data werd door twee onderzoekers gecontroleerd en in SPPS getoetst op betrouwbaarheid en significante verschillen tussen de groepen en individuele leerlingen. Ook heeft Alexander interviews bij leerlingen afgenomen om reacties te peilen.
Uit de resultaten blijkt dat bij ruim 75% van de leerlingen (n=47) de motivatie significant is gegroeid tijdens het spelen van het spelconcept. Leerlingen reageerden over het algemeen erg enthousiast op het spelconcept. Vooraf bleken de drie groepen al redelijk gemotiveerd te zijn. Er is geen controlegroep aanwezig, om aan te kunnen tonen dat de groei van motivatie is toe te wijzen aan de gegamificeerde aanpak van Alexander. De effectgrootte van het onderzoek is medium.
Waarom gamification in deze pilot werkte
1. Competitie en voortgang
Leerlingen vonden het erg leuk om in teams tegen elkaar te strijden. Er werd fanatiek gespeeld. De docent hield de voortgang van de teams nauwkeurig en op tijd bij, zodat de leerlingen steeds precies wisten ‘hoe ze het als team deden’ en hoeveel punten ze nodig hadden om verder te komen in het spel.
2. Keuzevrijheid
De teams konden van alles kopen in de winkel en dat bood een stukje diepere gameplay. Keuzes maken betekent nadenken over wat dit oplevert voor het spel en met name kansen om het spel te kunnen winnen. Leerlingen gingen met elkaar overleggen wat de beste tactiek was. Het competitie element zorgde ook nog eens voor een prikkel, om ‘andere teams te slim af te willen zijn’.
3. Integratie van leren
Het hybride spelconcept bood een prachtig format voor een succesvol spel, waarin alle kennis en vaardigheden just-in-time konden worden aangeboden. Geen traditionele lessen meer, maar vanuit werken in teams – met een duidelijk speldoel – het vak installatietechniek leren. Leren door te doen en te spelen, waarin de leerinhoud en leerdoelen zitten verweven.
Wat er nog verbeterd dient te worden
Niet helemaal duidelijk is in het onderzoek of het spelconcept of juist Alexander als docent het verschil maakte in het doen stijgen van de motivatie. Leerlingen gaven in elk geval aan dat het spelconcept erg leuk was en dat dit spelconcept eigenlijk geen verbetering behoefte. Uit de vragenlijsten bleek de relatie tussen docent en leerlingen vooraf al zeer goed te zijn. Ik heb Alexander regelmatig gesproken tijdens zijn onderzoeksproces. Mijn indruk is dat Alexander in pedagogisch opzicht een belangrijke en positieve rol speelt in de begeleiding van zijn leerlingen, maar dat ook hij behoefte heeft aan nieuwe didactische tools, zoals gamification, om zijn vak goed te kunnen geven.
Van good practice naar best practice
Aan vervolgonderzoek moet in elk geval een controlegroep worden toegevoegd en ook is het beter om het spelconcept parallel te draaien (tegelijkertijd met alle onderzoeksgroepen) om verschillen in meting te voorkomen. Op SG Were Di zal dit lastig worden komend schooljaar, wegens nieuwe veranderingen in het vmbo. Ik hoop dat collega’s elders in het land, die ook techniek geven en geïnteresseerd zijn in het onderzoek van Alexander, deze aanbevelingen kunnen overnemen. Zonder controlegroep kun je geen harde uitspraken doen over het effect van de interventie.