Wat is er leuker dan een gamificeerde muziekles? Docent in opleiding Jordi Nieuwenburg heeft een spelconcept bedacht om VO leerlingen kennis te laten maken met muziekritmes. Op het Penta CSG Scala Rietvelden in Spijkenisse voerde hij dit voorjaar zijn hybride spelconcept uit bij twee groepen brugklasleerlingen.
Het spelconcept Ritmes van de Wereld bestaat uit video’s waarin een ritme centraal staan. Leerlingen vormen in de klas tweetallen (teams) en gaan deze video’s bekijken, op zoek naar een ritme om te oefenen. Hiervoor is een wereldkaart beschikbaar, waar de spelers – als het ware – overheen kunnen reizen. Elk tweetal kiest een ritme en een level uit. Elk behaald level levert munten op. Er is keuze uit bronzen, zilveren en gouden munten en hoe beter de munt is, hoe hoger de eisen zijn die aan de prestaties van de leerlingen worden gesteld. Alle teams starten met een gratis bronzen munt. Het ritme wordt met het team geoefend. Hulp van de docent kan worden ingezet door munten in te leveren. Als het team heeft geoefend, maakt het team een video waarin de teamleden laten zien dat het ritme wordt beheerst. De docent bekijkt de inzendingen en deelt munten uit. Deze munten zijn punten waard, die op een leaderboard worden bijgehouden.
Het spelconcept duurde in totaal vier lessen, die in maart en april jl. zijn aangeboden. Er kon zowel in de les als buiten de les om steeds gewerkt worden aan het verdienen van de munten. Jordi merkte op dat dit vooral nog in de les gebeurde. Via een Facebook pagina informeerde hij continu alle teams over de voortgang van het spelconcept. Jordi voerde daar ook actief een soort marketingcampagne door bijvoorbeeld teams aan te moedigen met een ‘inzending-bonus’ en verdubbeling van het aantal te verdienen munten. Alle leerlingen kregen uiteindelijk een beoordeling voor het project in de vorm van een cijfer, dat afhing van prestatie, gedrag en samenwerking. Dit was een stok achter de deur voor de leerlingen en op Jordi’s school ‘moeten er nu eenmaal cijfers worden ingeleverd’.
Jordi heeft praktijkonderzoek uitgevoerd naar het effect van zijn spelconcept op de intrinsieke motivatie van leerlingen. Daarbij werkte hij met twee experimentele groepen (vmbo en havo klas) en een controlegroep (havo klas), die niet het spelconcept maar wel dezelfde leerinhoud kreeg aangeboden. In een pre-test post-test design werd een aangepaste versie van de Intrinsic Motivation Inventory (IMI) afgenomen. De data werd door een tweede onderzoeker gecontroleerd en in SPSS getoetst op betrouwbaarheid en significante verschillen tussen de groepen en individuele leerlingen.
Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde motivatie binnen alle groepen is gestegen, maar niet significant. De stijging van motivatie kan helaas dus niet aan gamification worden toegeschreven. Opvallend: De gemiddelde motivatie van de leerlingen uit de eerste experimentele groep (vmbo klas) is significant gestegen tijdens het spelconcept. Jordi typeert deze klas als ‘lastig, zeer dynamisch’.
Waarom gamification in deze pilot werkte
1. Competitie
Hoewel er behoorlijke verschillen tussen de teams waren, was competitie voor sommige tweetallen wel een ‘aanjager’ in het spelconcept om snel aan de slag te gaan met alle leeractiviteiten.
2. Keuzevrijheid
Het kiezen van de ritmes gaf leerlingen ruimte om te starten met een muziekstijl die ze leuk vonden.
3. Het gebruik van een mobieltje in de klas
Op de (stage)school van Jordi zijn mobieltjes eigenlijk niet toegestaan tijdens de les. De leerlingen vonden het leuk dat ze in dit spelconcept hun mobieltje mochten gebruiken. Jordi had vooraf duidelijke afspraken met de leerlingen gemaakt over wat wel en niet mocht.
Wat er nog verbeterd dient te worden
Jordi geeft aan het spelmateriaal (vooral de instructiefoto’s) nog iets te willen verbeteren, door ze visueler te maken (minder tekst, gebruiksvriendelijker). Verder wil hij een game element, dat nog niet helemaal uit de verf kwam, aanpassen: ‘de dobbelsteen’. Dit is een soort verrassing voor leerlingen, aangezien deze alleen in de lessen voorkomt op onaangekondigde, willekeurige momenten.
Van good practice naar best practice
Wat ik uitstekend vind aan deze good practice is dat Jordi heeft gezorgd voor een controlegroep, om zijn gegamificeerde aanpak te vergelijken met een aanpak zonder gamification. Dit wordt lang niet altijd in afstudeeronderzoek gedaan en is een enorm gemis (je kunt conclusies niet hard maken, zonder controlegroep). Jordi is vooral uitgegaan van vragenlijsten. Ik adviseer om meer kwalitatieve data te verzamelen (leerlingen interviewen, met een collega observeren). Dit levert een rijkere dataset op.