Net tegen het einde van 2017 verscheen er op Twitter een bericht over gepubliceerd onderzoek naar het leren met VR. Conclusie is dat VR motiverend kan werken, maar lerenden tijdens het leren worden afgeleid in de VR-omgeving en hun informatieverwerkingscapaciteit mogelijk overbelast raakt.
Over het onderzoek
Wetenschappers van de Universiteit van Kopenhagen hebben een studie uitgevoerd met in totaal 52 (universitaire) studenten waarbij de deelnemers in een simulatie via een computer of met een VR bril op leerden. Volgens de samenvatting van het onderzoek blijkt uit de resultaten dat er in de VR situatie minder werd geleerd en er (significant) meer sprake was van ‘cognitive load’ in vergelijking tot het leren op de computer. Score in motivatie om te leren met VR lag echter wel hoger.
Cognitive load theory
Elke lerende heeft een bepaalde informatieverwerkingscapaciteit. Hiermee wordt eigenlijk bedoeld hoeveel informatie je effectief tot je kunt nemen tijdens een leersituatie, om op te slaan in het ((middel)lange termijn) geheugen. Dit is een essentieel onderdeel van het leren. Als je weinig tot niets onthoudt, dan heb je heel weinig aan de betreffende leersituatie gehad. De informatieverwerkingscapaciteit van een lerende is uiteraard niet oneindig groot. Het kan zelfs negatief worden beïnvloed (cognitive load) door de complexiteit van de informatie zelf, hoe de informatie wordt gepresenteerd aan de lerende en hoe lastig het vervolgens is om de informatie op te slaan. Door cognitive load te beperken kan informatie sneller en beter worden opgeslagen door de lerende, hetgeen van positieve invloed kan zijn op leerprestaties.
Cognitive load theory biedt je een aantal nuttige ontwerpprincipes om leerlingen en studenten effectief te laten leren. Zo is het slim om bijvoorbeeld informatie in kleine hoeveelheden aan te bieden en daarbij zo weinig mogelijk afleiding in te bouwen. Cognitive load theory is – in tegenstelling tot wat soms wordt gedacht – géén instructiemodel en zeker géén leertheorie. Het is daarvoor te gericht op slechts één aspect van het leren (het geheugen).
Wat we niet weten…
Terug naar het onderzoek. Omdat alleen de samenvatting vrij toegankelijk is, kunnen we helaas niet zien welke ontwerpprincipes in de simulatie zijn gebruikt. Daar zit namelijk de crux, want ik kan mij goed voorstellen dat VR niet altijd een betere leeroplossing hoeft te zijn in vergelijking tot het leren via de computer. Verder lees ik in de samenvatting niets over de beperkingen van het betreffende onderzoek. Er is dus een gebrek aan (belangrijke) informatie. Dat maakt het gevaarlijk om conclusies te trekken. De steekproef van ongeveer vijftig deelnemers is in elk geval niet indrukwekkend te noemen. Het lijkt mij dat er sowieso vervolgonderzoek nodig is en dan graag ook in andere onderwijssectoren.
Is VR nu opeens ‘compleet nutteloos’?
Op basis van mijn analyse van de beschikbare informatie ga ik zeker niet zeggen dat VR nu opeens compleet nutteloos is. Dat is te voorbarig, want de onderzoekers geven aan dat er nog weinig ander onderzoek naar VR en leerprestaties is gedaan. Het zou ook een overdreven reactie zijn, omdat het betreffende onderzoek zeer waarschijnlijk een aantal beperkingen heeft, waardoor vervolgonderzoek noodzakelijk is.
Wake up call voor VR ontwikkelaars
Ik vind het positief dat VR motivatie om te leren kan verhogen. Dit resultaat moet dan wel een aantal keer herhaaldelijk worden aangetoond. Maar motivatie alleen kan nooit voldoende zijn om effectief te leren. Dat lijkt mij een logische hypothese, gezien – in dit geval – waar de cognitive load theory op duidt. Het onderzoek is misschien daarom wel een wake up call voor VR ontwikkelaars en educatieve ontwikkelaars in het algemeen om bewust te zijn van het feit dat leren een complex proces is.